MENU

Over P5COM ‘Ik wist wel wat ik wilde - maar niet goed wat het was’

Impact hebben. Liefst door organisaties met maatschappelijke waarde verder te brengen. Dat is wat Perla Breedveld wilde. En in het ziekenhuis waar ze werkte, lukte haar dat ook. Toch stapte ze over naar P5COM, en is ze inmiddels ruim een jaar consultant. Ze vertelt over verwachtingen én verrassingen. 

Toch waagde ik de sprong. In de eerste plaats omdat ik graag meer takken van zorg wilde leren kennen. En in de tweede plaats omdat ik geloofde dat ik me er als persoon en als professional door zou ontwikkelen

‘Ik had niet zoveel met het woord consultancy. Ik vond het een vaag begrip, dat een beeld opriep van grote bedrijven, waar je een nummer bent in plaats van een collega. Van een harde, commercieel gedreven wereld, waar je vooral veel onderweg bent en waar de balans tussen werk en privé behoorlijk onder druk staat. Toch waagde ik de sprong. In de eerste plaats omdat ik graag meer takken van zorg wilde leren kennen. En in de tweede plaats omdat ik geloofde dat ik me er als persoon en als professional door zou ontwikkelen – ook als het inderdaad niets voor mij zou zijn. Je kijkt toch bij veel verschillende organisaties binnen, werkt met verschillende mensen aan verschillende opdrachten. Daarom koos ik ook voor P5COM: we adviseren niet alleen, maar dóén ook vooral veel. Gewoon, op de werkvloer bij zorgorganisaties. Daar kun je alleen maar van leren.’

‘Het eerste wat me opviel, was het enorme vertrouwen. Echt in de categorie: denk je dat je het kunt?  Ga ’t maar doen dan!

Veel vertrouwen …

‘Het eerste wat me opviel, was het enorme vertrouwen. Echt in de categorie: denk je dat je het kunt?  Ga ’t maar doen dan! Natuurlijk, dat is ook eng. Maar door de support en de benaderbaarheid van mijn collega’s viel het in de praktijk reuze mee. Je kunt altijd hulp krijgen – als je tenminste professioneel genoeg bent om erom te vragen. Ik moest er wel aan wennen dat ik mijn collega’s weinig zie. Maar vanaf het moment dat ik iedereen ontmoette, is het makkelijk om contact te leggen. Alleen gaan we dan geen koffie drinken, maar bellen of videobellen. Daarnaast zijn er vaak trainings- en themadagen. En borrels. Dat is ook goed voor de cultuur en verbinding.’

Het doel is expliciet niet dat je jezelf onmisbaar maakt.

… en steeds nieuwe collega’s

‘Bovendien krijg je bij elke opdracht nieuwe dagelijkse collega’s: de medewerkers van je opdrachtgever. Daar werk je een aantal maanden heel nauw mee samen. Je moet wel na elke opdracht weer afscheid nemen. Dat is niet altijd leuk. Sowieso had ik me vooraf niet gerealiseerd dat je na iedere opdracht ergens weer van voren af aan moet beginnen. Daar moest ik mijn weg in vinden. Maar ja, onze rol is: anderen helpen om ‘t zelf te doen. Het doel is expliciet niet dat je jezelf onmisbaar maakt. Al hoop je natuurlijk wel dat ze je nog eens missen.’

In de praktijk is er juist veel ruimte voor je eigen stijl van werken.

Ruimte voor je eigen stijl …

‘Vooraf was ik ook een beetje bang dat het een trucje zou blijken te zijn, dat al mijn collega’s en ik exact hetzelfde zouden doen. In de praktijk is er juist veel ruimte voor je eigen stijl van werken. Ik heb drie projecten gedraaid, met drie keer hetzelfde doel, maar ook met drie verschillende collega’s. Dat waren drie verschillende trajecten. De stappen waren gelijk, maar de aanpak verschilde nogal. De ene consultant is  blauw, de ander meer van de persoonlijke aandacht. Zelf werk ik graag vanuit de verbinding. En het is juist de verscheidenheid aan collega’s die me hielp mijn eigen stijl te vinden.’

… en voor andere oplossingen

 ‘Vanuit het ziekenhuis wist ik al: mensen van buiten zien andere dingen. En als consultant merk ik dat ook. Ik zit niet vast aan de procedures of lijntjes van een organisatie. De grote vraag is voor mij wel iedere keer weer: hoe krijg je mensen mee? Doeners in de zorg zijn niet bezig met procedures of financiën, maar met zorg. Ik kom ze uiteindelijk helpen om dat zo goed mogelijk te doen, maar toch voelt men dat soms als een bedreiging. Dan moet je een goed verhaal hebben. En vooral bedenken: hoe gaan we dit sámen doen?’