Wat hebben een biertje op een terras en een ziekenhuisbehandeling met elkaar gemeen? Dat ze beide gaan over commodity en toegevoegde waarde. Om de toegevoegde waarde van bijvoorbeeld communicatie te kunnen bepalen, is wel een kostprijsberekening nodig.
Ze zet het pilsje voor me. Ik zweet in de lentezon en geniet van een meedogenloze slok. Zoals het hoort. Hè, kost witbier tegenwoordig € 5, 50?
Ze is terug met bitterballen. Ik neem voorzichtig de eerste. Verbrand zoals altijd mijn mond. Pils en bitterballen, een commodity, overal te koop. Op elk terras, in de zon en altijd vriendelijk gebracht (althans aan het begin van het seizoen). Ik kijk rond op het terras, hoor gezelligheid, ruik lente en proef pils. De situatie appelleert aan mijn geluksgevoel: gewoonweg gelukkig in de Anjerstraat.
Mijn investering, € 11,50 voor pils en bitterballen, ervaar ik als waardevol. Vooral dankzij de situatie. Die krijg ik er “gratis” erbij, maar bepaalt in hoge mate mijn geluksgevoel. Zij vergroot de waarde van de commodity en voegt daarmee waarde toe aan het moment en mijn leven.
Ik peins over mijn werk, ziekenhuizen en Value Based Healthcare. Diagnostiek, therapie en nazorg zijn een bulkproduct, een commodity geworden. Resultaat en kwaliteit van zorg liggen voor 90 procent vast en verschillen tussen ziekenhuizen zijn veelal arbitrair. Aanpalende zaken als communicatie, toegankelijkheid of betrouwbaarheid, krijg ik er “gratis “ bij. Hebben deze dus de grootste invloed en dus de grootste toegevoegde waarde? Is dat wat we met Value Based Healthcare beogen?
‘Hé ANNE, hé!!’ Ik schrik op. Drie tafels verder zwaait “onze business man”. Vriend van de familie, zelfbenoemd succesvol zakenman en ongevraagd adviseur op vele terreinen. Mijn pils is al besteld, hij is slim en onderhoudend. Dus loop ik naar de uitnodigende stoel. We toosten. Ik vertel mijn overpeinzingen. ‘Anne, hé, het is lente, we zitten aan het bier, kom op, we praten nu over voetbal.’
Geen enkel ziekenhuis kent of geeft een specifieke kostprijs. Omdat ze niets van kosten snappen, wat nou ondernemers?
Hij ziet mijn aarzeling en gaat over in zijn adviseurs modus; ‘Je begon over commodity en toegevoegde waarde? In ziekenhuizen? Bepalen jullie eerst eens wat die zogenaamde commodity moet kosten. En wat die moet opleveren. Ik reken dan je toegevoegde waarde per euro wel effe uit. Ik zie alleen maar outcome lijstjes, 10 infecties, 20 foute pillen en 30 sterfgevallen. Nooit euro’s, wat kost die commodity dan wel? Dat lees je nergens. Geen enkel ziekenhuis kent of geeft een specifieke kostprijs. Omdat ze niets van kosten snappen, wat nou ondernemers?’.
Stel de echte kostprijzen vast, vraag dan effe aan je klant of die tevreden is. Dat zijn ze in jullie business al gauw, dus geen probleem
‘Dank je, maar het ligt iets ingewikkelder?’. ‘Tuurlijk joh, want het zijn ziekenhuizen hè, levens redden en zo, toch? Stel de echte kostprijzen vast, vraag dan effe aan je klant of die tevreden is. Dat zijn ze in jullie business al gauw, dus geen probleem. En dan praat ik over toegevoegde waarde. Per commodity, per euro, per klant wat je maar wilt. Weet je, zorg is geen echte business, niets voor mij, te vaag.’ Hij zucht, steekt zijn hand in de hoogte en concludeert. ‘Zo, en nu gaan we over het leven praten.. Hé, doe nog effe twee pils.’