MENU

WONINGCORPORATIES ‘De druk op woningcorporaties neemt toe, maar er is nog ruimte’

De eerder aangekondigde huurbevriezing lijkt voorlopig van de baan. Maar kunnen woningcorporaties nu opgelucht ademhalen? Niet helemaal, zegt Rob Nas, Project Director bij P5COM. Ook zonder huurbevriezing staan de financiële mogelijkheden van corporaties immers nog steeds onder druk. De opgaven blijven groot, de middelen beperkt, en de kosten stijgen maar door. Toch ziet Nas nog ruimte, om de woningvoorraad uit te breiden, en om de bestaande voorraad in stand te houden.

Het begint vaak bij slimmere, efficiëntere processen. Die hebben een flinke impact op de kostenkant.

Waar zit die financiële ruimte volgens jou?
‘Het begint vaak bij slimmere, efficiëntere processen. Die hebben een flinke impact op de kostenkant. Daar kunnen corporaties behoorlijk winst boeken, terwijl ze tegelijk de kwaliteit verbeteren. In veel corporaties zijn onderhoud, renovatie en nieuwbouw nog te veel versnipperd. Met allemaal verschillende adviseurs, aannemers en projectleiders die niet optimaal samenwerken. Dat leidt tot inefficiëntie en onnodig hoge kosten.’

Zorg dat alle partners er belang bij hebben dat het werk zo goed en snel mogelijk gebeurt.

Hoe kan dat beter?
‘De crux zit hem in de eerste plaats bij het optimaal inrichten van de samenwerking met je vaste ketenpartners. Door met elkaar vaste afspraken te maken, planningen te delen en doelen af te stemmen, zorg je voor veel meer efficiëntie. Zeker als je afspreekt dat je betaalt voor resultaat en klanttevredenheid, in plaats van uren. Dan hebben alle partners er belang bij dat het werk zo goed en snel mogelijk gebeurt.’

Heb je daar een voorbeeld van?
‘Zeker! Bij een corporatie in het westen van het land zagen we dat het planmatig onderhoud inefficiënt was georganiseerd. Het liep over veel verschillende schijven en de doorlooptijd was relatief lang. Wij hebben het proces met de knelpunten integraal en over alle fasen in kaart gebracht. Dat deden we samen met medewerkers van de corporatie en hun onderhoudspartners. Met een nieuw procesontwerp en een ander besluitvormingstraject wisten we samen de doorlooptijd met bijna 40% te verkorten. Daarmee bespaarde de corporatie tonnen per jaar, en het woongenot van de bewoners verbeterde. Terwijl ze volgens de reguliere planning nog een jaar moesten wachten op het onderhoud.’

Als P5COM helpen we organisaties en hun partners om echte ketenteams te worden.

Waarom gebeurt dat dan nog niet veel vaker?
‘Het is op zich niet ingewikkeld, maar je moet er wel vol voor gaan. In veel gevallen wordt van alles op papier gezet over samenwerking, in procesbeschrijvingen en contracten bijvoorbeeld, maar laat de implementatie nogal te wensen over. Om maar wat te noemen: je moet wel zorgen dat je je ook zelf aan die afspraken houdt. Ik zie geregeld corporaties die hun eigen rol in de samenwerking niet goed kunnen invullen. Het vraagt ook wel wat, om echt samen te werken als gelijkwaardige partners. Regisserend opdrachtgeverschap bijvoorbeeld: je moet het durven om je te laten ontzorgen. Door zelf de kaders te stellen, en die samen in te vullen.’

‘Dat is een flinke omslag, waarbij het vaak handig is om hulptroepen in te schakelen. Een ketenregisseur bijvoorbeeld. En als P5COM helpen we organisaties en hun partners ook om echte ketenteams te worden. Uiteindelijk moet het normaal worden om samen te leren en te presteren.’

‘In de praktijk blijven organisaties veelal in traditioneel gedrag hangen. Dan stellen ze zich toch op als een reguliere opdrachtgever – als het spannend wordt, trekken ze de kaart van de hiërarchie. Terwijl ze de randvoorwaarden vaak ook niet eens op orde hebben, en geen betrouwbare planningen voor werkzaamheden kunnen produceren.’

Wij ontwikkelen oplossingen altijd samen met de mensen die ermee moeten werken.

Dat klinkt bijzonder. Hoe kan dat?
‘Als we het specifiek over die planningen hebben, zie ik dat het potentieel van data bij veel corporaties echt nog niet benut wordt. Ze beschikken over enorme hoeveelheden gegevens – over hun bezit, onderhoud, klachten, energieverbruik – maar ontsluiten dat vaak nog onvoldoende. Data slim analyseren, en de uitkomsten delen met je ketenpartners helpt bij alles: bij het plannen, bij het voorkomen van verspilling, bij gerichter investeren.’

‘En in zijn algemeenheid geldt: verandering is lastig. Mensen vinden het nu eenmaal prettig om vast te houden aan hun oude manier van werken. Dat merk je al als je als corporatie je interne processen aan wilt passen. En het wordt helemaal zichtbaar als je ook andere samenwerkingsvormen aan wilt gaan. Dat is ook de reden dat wij oplossingen altijd ontwikkelen samen met de mensen die ermee moeten werken. Dan krijg je de best passende ideeën, en is het resultaat ook echt van hen.’

Je móét met elkaar blijven praten, om continu te verbeteren.

Beter samenwerken betekent dus ook zelf anders werken. Wat is er nodig om dat voor elkaar te krijgen?
‘Toch wel een beetje een cultuuromslag denk ik. Bestuurders en managers moeten durven kiezen voor strategisch en datagedreven werken. Minder op gevoel sturen, meer op feiten. En investeren in prestatiegerichte samenwerking, in plaats van steeds weer het wiel opnieuw uitvinden met nieuwe partners. Dat betekent ook dat je blijft checken of iedereen in de keten wel doet wat afgesproken is. Niet om elkaar te controleren, maar om continu te verbeteren. Vergis je niet: toezichthouders vragen daar ook al om. Je móét met elkaar blijven praten. Hoe kunnen we efficiënter renoveren? Wat ging er vorige keer goed, wat ging er minder? Als je dat consequent volhoudt, boek je samen alleen al winst doordat je de juiste routines inslijpt.’

Woningcorporaties