Een administratieve last en een feestje van de kwaliteitsmedewerkers. Dat is de Transparantiekalender volgens veel zorginstellingen. Zonde, want het doel is effectiviteit van behandelingen bevorderen, zorgprocessen stroomlijnen, kosten reduceren en klanttevredenheid verhogen. Peter Ruizendaal, masterstudent aan de VU en stagiair bij P5COM, onderzocht hoe de verschillende gebruikersgroepen de Transparantiekalender gebruiken en wat ze ervan vinden. Hieronder leest u zijn bevindingen én komt hij met een advies waar iedere zorgaanbieder direct mee aan de slag kan.
Het idee achter de Transparantiekalender (ingevoerd en verplicht gesteld door het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport in 2014) is eenvoudig: een zorginstelling levert gegevens over een groot aantal kwaliteitsindicatoren (big data) aan het Zorginstituut. Dat analyseert de gegevens en plaatst de uitkomsten in een openbare database (zorginzicht.nl). Organisaties zien daarin hun kwaliteit op dit moment en van voorgaande jaren, en kunnen die vergelijken met andere instellingen. Handig, want dan ziet u waar uw organisatie goed in is en waar u kunt verbeteren. Maar hoe werkt het in de praktijk? Dat vroeg Ruizendaal aan beleids- en kwaliteitsmedewerkers van diverse zorginstellingen, aan zorgverzekeraars, gegevensmakelaars, en aan medewerkers van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd, van het Zorginstituut en vertegenwoordigers van patiëntenverenigingen.
De meerderheid van de ondervraagde zorginstellingen ziet het aanleveren van de gegevens als extra administratieve last. Een verplicht taakje. Een beleidsmedewerker van een zorginstelling verklaart: ‘De behoeften van de zorginstellingen zijn niet goed in kaart gebracht. Het is een mooi idee, met prachtige indicatoren, gemaakt door iemand met een wetenschappelijke achtergrond. Die wist alleen niet dat het zoveel moeite kost om al die indicatoren in al die vormen aan te leveren.’
Als u de gegevens goed hebt aangeleverd, kunt u ook gebruikmaken van de analyses in de openbare databestanden. Toch doen maar twee van de zes ondervraagde zorginstellingen dat. ‘Het zou mooi zijn als we goed inzicht hadden, door bijvoorbeeld goede visualisatie. Nu gebruik ik de database niet, omdat het veel tijd en moeite kost om er iets van te maken. Onze gegevensmakelaar zou dit tegen een hoge vergoeding kunnen doen, maar we hebben niet de tijd en het geld om daar in te investeren’, zegt een beleidsmedewerker van één van de zorginstellingen.
Nu gebruik ik de database niet, omdat het veel tijd en moeite kost om er iets van te maken.
De meerderheid van alle gebruikersgroepen deelt deze mening. Ook zij vinden de openbare databestanden te verwarrend, te complex en erg ongebruiksvriendelijk. Zonder een gegevensmakelaar blijkt het voor zorginstellingen lastig om te leren van de data en verbeteringen door te voeren.
Volgens een ruime meerderheid willen we in de gezondheidszorg te veel meten, op een te globale, niet uniforme manier, en zijn veel gegevens ook nog eens niet vergelijkbaar. Dat geldt ook voor de Transparantiekalender. Nog niet de helft van de zorginstellingen vindt het kwaliteitssysteem bruikbaar. Daarnaast meten de systemen waar zorgaanbieders mee werken niet de gegevens waar de Transparantiekalender om vraagt. Veel wordt daardoor met handmatige calculaties gedaan. En dat zorgt voor die hogere administratieve last. Goede soft- en hardware kan dit proces flink vereenvoudigen – maar ook dat vraagt om een investering.
Van de ondervraagde partijen die geen zorg leveren, zoals de Inspectie, gegevensmakelaars en het Zorginstituut, vindt meer dan driekwart de Transparantiekalender zeer bruikbaar. De binnengekomen gegevens worden onder meer gebruikt voor controles. Daar zijn de zorginstellingen dan weer minder blij mee, omdat ze vinden dat ze afgerekend worden op de kwaliteitsindicatoren. Zonde, want de instellingen doen veel moeite, maar hebben het gevoel dat ze er weinig voor terugkrijgen.
Als de tijd en energie goed gebruikt wordt, kunt u wel degelijk profiteren van uw data en is het niet alleen een feestje van de kwaliteitsmedewerkers, vinklijstjes-afwerkers en gegevensmakelaars. Focus als zorgaanbieder op een klein aantal – ongeveer 5 – indicatoren. Dit is te overzien en zo kunt u bepalen wat direct relevant is voor kwaliteitsverbetering. Die indicatoren bepaalt u samen met alle betrokken gebruikersgroepen. Dan krijgen de gegevens en de Transparantiekalender meerwaarde, omdat alle betrokkenen er uiteindelijk van profiteren. Ook de belangrijkste: patiënten en cliënten. Met een gerichtere focus ziet u eerder mogelijkheden om uw organisatie te specialiseren en te profileren. Zo wordt het doel van de Transparantiekalender bereikt: de bevordering van streven naar kwaliteit.