MENU

Jeugdzorg Zet op 1 mei óók de volgende stappen voor blijvende verbetering  

Op 1 mei maakt u een nulmeting van de casussen van uw jeugdbeschermers, zodat u de werkdruk vervolgens stap voor stap kunt verlagen. Gebruik dit moment meteen om óók de andere factoren die van belang zijn voor succesvolle jeugdzorg mee te nemen. Dan kunt u meer cliënten op een betere manier helpen, zonder gedoe. En met medewerkers die weer plezier hebben in hun werk.

Het overheidsbeleid in de jeugdzorg werkt al een halve eeuw als een boemerang: de oplossing voor het ene probleem, creëert een nieuw probleem.

Het overheidsbeleid in de jeugdzorg werkt al een halve eeuw als een boemerang: de oplossing voor het ene probleem, creëert een nieuw probleem, dat weer wordt opgelost met een maatregel die het eerste probleem vergroot. Dat constateert Sharon Stellaard dit voorjaar in haar promotieonderzoek. Notulen van vergaderingen in 1976 zou je zo kunnen knippen en plakken in een verslag van een overleg in 2016, de inhoud was nauwelijks veranderd, volgens Stellaard in een interview met De Volkskrant.

Stellaard vindt de rekenkamer aan haar kant. Die concludeerde half april dat het stelsel voor jeugdbescherming is mislukt, en dat de verantwoordelijke ministers en staatssecretarissen hun rollen onvoldoende hebben ingevuld. 

Alles ligt stil

Er is geen verandering, en al zeker geen verbetering. Sterker nog: op dit moment ligt alles stil. De hervormingsagenda jeugd die er begin 2022 al zou zijn, is er nog steeds niet. En als je de betrokken partijen spreekt, is het de vraag of die er voor de zomer wél komt.

Het stelsel kraakt inmiddels vervaarlijk in zijn voegen. Jeugdzorginstellingen stuurden – terecht – het ene na het andere alarmsignaal. Het is code zwart: de wachtlijsten worden steeds langer, één op de vijf jeugdzorgmedewerkers heeft de sector verlaten, en de afbouw van JeugzorgPlus leidt tot grote financiële en zorginhoudelijke problemen. Sommige organisaties overwegen helemaal te stoppen. En nog steeds hangt een grote bezuinigingsopdracht als een zwaard van Damocles boven de sector. Nu niet via de gemeenten, maar via het Rijk.

De staatssecretaris heeft intussen de boemerang weer opgepakt. Hij constateert dat er te veel kinderen psychische hulp krijgen, één op de zeven om precies te zijn. Volgens Stellaard het logische effect van een eerdere beweging: namelijk dat de nadruk van zwaardere zorg af moest en dat kinderen eerder en dichter bij huis lichtere zorg moesten krijgen.

Je kunt niet alleen zeggen: het moet minder. Dat is te kort door de bocht en gaat niet uit van de behoeftes van kinderen en jongeren. Door de kraan dicht te draaien los je het probleem niet op

Toegegeven: het aantal kinderen dat jeugdzorg krijgt, ís ook gewoon erg hoog. En wetenschappers zijn het erover eens dat de toenemende individualisering, de groeiende prestatiedruk én de werkdruk bij ouders eraan bijdragen dat steeds meer kinderen last hebben van psychische problemen. Maar,  zei kinderombudsman Margrite Kalverboer ook al tegen de NOS: ‘Je kunt niet alleen zeggen: het moet minder. Dat is te kort door de bocht en gaat niet uit van de behoeftes van kinderen en jongeren. Door de kraan dicht te draaien los je het probleem niet op.

Terug naar de basis

Wat is de oplossing dan wel? Volgens Stellaard in ieder geval het juiste gesprek voeren. Niet over tarieven en contracten, maar echt reflecteren. ‘Ik hoop dat mensen die aan de knoppen zitten zichzelf fundamentele vragen durven te stellen. Wat ik een mooie vraag zou vinden: hoe kan het dat er zo veel energie gaat naar de hervormingen, terwijl het niet beter wordt voor de kinderen om wie het draait? Kunnen we niet beter terug naar de basis?’ 

Werkgevers en werknemers in de jeugdzorg wachten dit niet af. Zij hebben samen afgesproken om in ieder geval de caseload in de jeugdbescherming drastisch te verlagen, naar maximaal 12 zaken per medewerker. Op 1 mei komt er een nulmeting, vanaf daar wordt het aantal zaken stap voor stap afgebouwd. Ook wordt er dan gekeken welke taken van jeugdzorgmedewerkers overgenomen kunnen worden door anderen.

Ruimte voor goede zorg

Dat werkgevers en werknemers deze stap zetten, is goed. Jeugdzorgaanbieders forceren zo ruimte om het bouwwerk dat kraakt, in ieder geval niet in te laten storten. De kunst is nu deze ruimte zo effectief mogelijk te benutten en zelfs groter te maken. En dat kán, is onze ervaring na jaren werken in de jeugdzorg. We zien dat dit op vier manieren mogelijk is: door anders te werken aan plannen en roosteren, door uw productiviteit inzichtelijk te krijgen én te verhogen (zonder dat uw professionals een hogere belasting ervaren), door te zorgen dat u betaald krijgt voor wat u doet, en door de in-, door- en uitstroom vloeiender te laten verlopen. Al die interventies geven u extra ruimte voor goede zorg.

In de jeugdzorg is het onverstandig om te wachten op duidelijkheid en goed werkend beleid van de overheid. Dat doen we al ruim veertig jaar. Het is zaak het heft in eigen hand te nemen. Terug te gaan naar de basis.

Op 1 mei duikt u de cijfers in om een helder beeld te krijgen van de huidige stand van zaken. Gebruik dit moment meteen om óók de andere factoren die van belang zijn voor succesvolle jeugdzorg mee te nemen. Dan kunt u meer cliënten op een betere manier helpen, zonder gedoe. Uw medewerkers krijgen de ervaring dat ze weer invloed kunnen uitoefenen vanuit de inhoud. Waardoor ze vitaler en met meer plezier hun werk doen.

Hoe u dat doet, leest u in de volgende vier verhalen over de jeugdzorg: